De Casström No.10 in verweggistan



De Casström Nummer 10 in Verweggistan


“Vind je het echt een mooi ding?”

-“Ja, absoluut.”

“Nou, maak kennis met je nieuwe mes.”

Eh.

Wut. Ho effe… En de Nederlandse zuunigheid dan?

“Ja maar dat kan ik toch niet zomaar aannemen?”

-“Je hebt ‘m toch al in je handen?”

“Ja…”

-“Nou dan! Schrijf er maar een leuke review over en veel plezier ermee!”


Nou, da’s niet aan dovemans oren gericht.

Deze gaat mee naar Nieuw Zeeland, dat had ik al rap besloten. Zweeds mes om Kiwi’s mee te fileren, dat moet goed komen. 

Vragen om gedwongen, uitzetting want die wazige vleugelloze kippen zijn schijnbaar nogal fanatiek beschermd. 

Anyway.

Een full tang Casstrom No. 10 Swedish Forest Knife in Sandvik 14c28n Stainless steel. Blauwe gestabiliseerde berken handgrepen met zwarte liners en een mooi stevig 4mm dik zwartlederen foedraal met riemlus. 

Optioneel en tegen meerprijs levert Casstrom er een dangler bij maar met een klein stukkie paracord en een carabiner ben je ook klaar en een beetje huisvlijt vind ik altijd wel leuk. 

Geeft je weer wat te rommelen en een reden om aan je mes en toebehoren te frunniken.

Maar genoeg geluld dunkt mij ook, het gaat hier om de prestaties en het beoogde gebruik.

Ruim zes weken gebruik ik –we, mijn vrouw werkt er ook mee- de No. 10 eigenlijk wel dagelijks. 

Van het verwerken van rauwe hompen Brontosaurus biefstuk en gevogelte op het bot tot hapklare brokken (Michelin ster koken in een enkele pan, het kan!), tot feathersticken en carven in de verloren uurtjes om te zien wat je nou allemaal met dit ding kan en hoe de standtijd is. 

Daarbij is het uiteraard belangrijk dat de ergonomie niet achterblijft. 


Als je de No. 10 (Mooi hoe ik iedere keer de merknaam ontwijk, luie flikker die ik ben. 

Can’t be arsed om uit te zoeken hoe ik puntjes op de O kan krijgen) beetpakt dan valt mij als eerste op dat er goed is nagedacht over het handvat en de vorm: Dun aan de achterzijde, dikker uitlopend naar het midden en weer wat dunner vlak achter het lemmet, met een mooie uitsparing waar je wijsvinger in komt te liggen. Het geheel zorgt dat je met zekerheid kan en durft te werken. Het slanke droppoint silhouet is een aantrekkelijk design en de relatief spitse punt zorgt dat je met heel veel precisie kan werken. 

De full flat grind met kleine secundaire bevel “bijt” fanatiek in alles wat je wil bewerken.  Dat heeft voor mij persoonlijk dan wel weer wat nadeel met het maken van feathersticks. 

Vergeleken met een Convex of een Scandi grind vergt het een stuk meer controle en oefening om met bruikbare feathersticks achter te blijven. De knife-heads zullen nu meteen beginnen te koeren dat ik dan gewoon niet genoeg beheersing heb. 

KEN MIJ DAT NOU ROTTE, JOH!


Dit is mijn fakking review! En ik heb liever convex of scandi. En als ik ergens over wil munken, dan doe ik dat gewoon, ja! Da we elkaar begrijpen. 

Sprak hij dapper vanaf de andere kant van de wereld.

Maar weet je wat? Ik zal nog eens wat plempen waar er een paar zwaarder van beginnen te ademen als Darth Vader.

Firestriker met de spine van je mes afraggen: Doe ik niet. Rug is 90 graden, die zal het best doen. Ga ik niet uitproberen, zonde van m’n mes. Je hebt niet voor Jan Lul een striker bij je vuursteen gekregen! 

Ik heb bij hardere staalsoorten de schade gezien die dat al aanricht.

“Ja maar Wasbeer, je moet een mes wel gebruiken!” 

Ja! Doe ik ook! Op de manier dat ik denk dat ‘ie nog effe meekan! En deze wil ik graag netjes houden. Daar stuit ik echter wel gelijk op het eerste vraagteken. “Forest Knife”

Ja… Wat is dat dan? Betekent dat dan niet dat je zo’n beetje alles moet kunnen doen met dit mes? Dat die full tang constructie met een 4-5mm dikte op de spine niet wat ruig gebruik moet kunnen hebben? Dat je je fikkie er van a t/m z mee moet kunnen voorbereiden?

Nee.

Denk ik tenminste niet. Hoewel je best een beetje lomp kan zijn met dit mes, het is uiteindelijk een dusdanig gedimensioneerd mes, dat je er met enig beleid mee moet omgaan. Vis schoonmaken. Gevogelte uit z’n jasje helpen. Behalve Kiwi’s schijnbaar dan. 

Kleine en precieze bushcraft taken uitvoeren. Carven. Ontbasten. Verzin het maar.


En dan doet die No. 10 het prima. Meer dan prima. Goed. Alle exotische houtsoorten die ik er mee bewerk en waar ik de naam niet meteen van ken, laten zich met precisie tot het gewenste resultaat omtoveren. 

Ook na een dagje meegenomen te zijn op het strand en aan zand en zout blootgesteld te zijn, kan ik niet anders concluderen als dat alles zich netjes houdt. 

Mind you, ik ben wel netjes op mijn spul en zorg dat ik zoutaanslag e.d. meteen verwijder, al is het maar door het mes een keer langs m’n broek te halen. 


Is er iets negatiefs te noemen?

Ja… Je voelt de scheiding tussen de liners en het lemmet als je je vingers erover heen haalt. Ja… je voelt de bevestigingspinnen een klein beetje ten opzichte van de grepen. 

Er zitten wat ongeregeldheden in die Berken greepdelen. Dat zijn zaken waar puristen en fanatici zich aan zullen ergeren en je kan je wellicht afvragen of de winkelprijs van 109 EYPO dat wel rechtvaardigt. 

Maar op geen moment heeft het bovenstaande ook maar enige irritatie of hotspots veroorzaakt bij mij, al werkte ik er uren mee. En dat is denk ik veel belangrijker als het wel of niet voelen van kleine onregelmatigheden. 

De standtijd? Die is goed. In de afgelopen zes weken heb ik eenmaal een klein kwartier besteed aan het bijslijpen van een paar delen van het snijvlak. 

Die delen die het meest te lijden hadden onder het gebruik op onder andere de snijplank en het carven van mijn prutserige houtsnijwerkjes. Lepeltjes snijden kan ik voorlopig wel vergeten.

Die heb ik dan ook in RVS aangeschaft in The Warehouse voor een drol. Ga ik zeker een beetje lepeltjes zitten snijden. Fuck dat.


Ben ik tevreden met dit mes?

Ja. Ben ik er blij mee? Ja, duh! Hartstikke! 

Ben ik ervan gecharmeerd? 

Ja. Ik vind het een heel mooi mes en het straalt voor mij echt iets van traditie en outdoor leven uit. 

Presteert het mes goed? 

Ja, dat doet het absoluut en ik merk dat ik er graag mee werk.

Zou ik er de winkelprijs voor willen betalen nu ik weet hoe het ding presteert voor zijn geld?

Nee.

Waarom niet? Omdat het niet in mijn systeem past. Ik heb een grote hard user bij me, ik heb een vouwmes bij me voor het fijne prutswerk. De grote zit in mijn pack, het vouwmes heb ik in mijn zak. Ik draag eigenlijk nooit een (klein) vaststaand mes aan mijn riem. 

Wat ik wel weet, dat nu ik dit mes heb, ik het zal blijven gebruiken. Gewoon omdat ik het een prettig ding vind en John van Vriezz Trading retedankbaar ben dat ‘ie me zoiets moois gewoon voor de uitprobeer heeft gegeven.

Dan maar twee messen in mijn pack!